Als de dood je op de hielen zit, wat zeg je dan?
Er bestaan veel uitdrukkingen en spreekwoorden met daarin het woord ‘dood’ verwerkt. ‘De een z’n dood is een ander z’n brood’, is misschien wel de bekendste. Net zoals ‘op een dood spoor belanden’. Kun je die uitdrukkingen zomaar gebruiken?
Dat ligt eraan. Het is alweer wat jaren geleden dat ik biografieën schreef. Verhalen in de vorm van een boek over en voor mensen die wisten dat ze niet lang meer te leven hadden. Ik stelde de vragen, zij vertelden me honderduit. Over hun leven, liefdes en angsten. Er kwamen veel gebeurtenissen, anekdotes en emoties voorbij. Dat klinkt triest, maar over het algemeen heb ik samen met de opdrachtgever heel wat bijzondere uren doorgebracht waarin gehuild, maar ook veel gelachen werd.
Stervensgoed werd levensteken
Ik heb een reeks van deze boeken geschreven, vooral na hun dood bestemd voor de familie en vrienden, met als label ‘Stervensgoed’. Een prachtige serie. Veel mensen konden een glimlach niet onderdrukken bij het horen van de naam van deze serie boeken, een enkeling nam er aanstoot aan. Om die enkeling niet voor het hoofd te stoten, veranderde die naam na enige tijd in ‘Levensteken’. Nooit meer een onvertogen woord over gehoord.
Rond de dood lijken woorden soms een andere lading te krijgen, die heel persoonlijk is. Wat voor de een prima is, is voor de ander not done. Of komt te hard aan. Dat geldt voor een zekere vorm van humor trouwens ook. Toen mijn broer en ik afscheid van mijn moeder namen en haar gingen begraven, mompelde mijn broer die naast me stond zachtjes de zin: ‘nou, zand erover’. Daar konden we samen om lachen. Een ander had het misschien ongepast gevonden. Als je echter weet wat je aan elkaar hebt en ook het verdriet van elkaar kent, begrijp je zo’n uitdrukking direct. Het klaart even de lucht, in een moment waarin verdriet overheerst.
Gezegden met het woord ‘dood’ erin geven uitdrukking aan emoties en gevoelens Op deze manier worden gezegden en uitdrukkingen over de dood en waarin het woord ‘dood’ wordt gebruikt, in het dagelijks leven ingezet om aan onder andere zowel vreugde als verdriet uitdrukking te geven. Wie bang is ‘als de dood’, geeft in drie woorden de gradatie van de angst aan. Wist u trouwens dat een erfenis weigeren ook wel uitgedrukt wordt als: ‘De sleutel op de doodskist leggen’? Deze uitdrukking is minder bekend dan ‘een broertje dood hebben aan’, wat zegt dat je ergens een enorme hekel aan hebt. En iemand die bijna het loodje legt is ‘op sterven na dood’. ‘Hardlopers zijn doodlopers’ kennen we ook allemaal wel, wat betekent dat als je ergens te snel aan begint, je mogelijk het einde niet haalt. Dan komt er niets van terecht. ‘Het doodshemd heeft geen zakken’ geeft blijk van het feit dat na de dood geld niet belangrijk is. Bij het gebruik van de zin: ‘Iemand doodverven met iets’ wordt iemand als de dader afgeschilderd. ‘Op iets dood blijven’ betekent dat iemand erg belust op iets is, en wie ‘eruit ziet als de dood van Ieperen’ ziet er bijzonder slecht uit. Dat laatste verwijst waarschijnlijk naar een middeleeuws schilderij uit de West-Vlaamse stad Ieper(en), waarop de dodendans staat uitgebeeld. De dood wordt er voorgesteld als een geraamte die mensen van welk geslacht, stand of leeftijd dan ook met zich meevoert. Daarmee wordt gezegd dat de dood voor iedereen gelijk is. Hoe arm of rijk, jong of oud je ook maar bent. ‘Morsdood’ en ‘zo dood als een pier’, hoef ik niet uit te leggen.
Lachen om dood-woorden
De lijst van uitdrukkingen met daarin het woord ‘dood’ is eindeloos. In die biografieën heb ik ze eigenlijk nauwelijks gebruikt. Wel kwam het in de gesprekken vaak ter sprake. Gesprekken waarbij de mensen soms moesten lachen om hun eigen dood-woorden.
Ik vroeg eens een kandidaat of ik het interviewen misschien even moest uitstellen vanwege zijn slechte conditie door een ziekte en omdat er erg veel emoties naar boven kwamen. Het antwoord luidde: ‘om de dooie dood niet’. Er was direct weer ruimte voor een lach. We schonken nog een kop koffie in en gingen door met het uitwisselen van verhalen over het leven. Het boek moest er immers komen en in dit geval was er haast bij. De dood zat hem op de hielen.
Tekst: Julia van Bohemen