Column: Vol gas
Met een zwaar gevoel reed ik naar het opgegeven huisadres. Alfred, een twintiger nog maar, lag thuis opgebaard. In die leeftijd moet je toch eigenlijk nog aan het leven beginnen, het is soms zo oneerlijk.
Tijdens het gesprek met zijn moeder kwam ik veel over hem te weten. Hoe hij in het leven stond, zijn werk en zijn studie. Zijn hobby was bijzonder, de racesport. Hij was dan weliswaar amateur maar had wel een licentie en was vaak te vinden op het circuit in de buurt en deed af en toe ook mee aan wedstrijden, hij deed het best heel goed.
Het zou een begrafenis worden met een klein gezelschap, alleen familie, op het kerkhof bij een lief kerkje in een klein dorp ergens in de grote, weidse natuur. Ik sprak met haar af dat ik zelf de rouwauto zou besturen zodat verdere inzet van andere collega’s niet nodig was. Ik zou de uitvaartverzorger zijn en ook de chauffeur.
Op de dag van de uitvaart haalde ik hen op met de rouwauto. De moeder reed mee in de rouwauto, naast mij en dicht bij haar zoon. Het was wel een stukje rijden en het laatste stuk moesten we over een wat smaller weggetje. Ze zei: “weet je wat Alfred nu geweldig had gevonden? Dat je vol gas over deze weg zou gaan maar dat mag zeker niet.” Nee, officieel mocht dat natuurlijk niet maar het was echt een heel stil weggetje waar amper verkeer was en bovendien was de weg dan wel wat smal maar zeer overzichtelijk. Ik bedacht me geen moment en trapte het gaspedaal in en zo reden we met een flinke vaart over de klinkerweg. Hoe verschrikkelijk verdrietig ze ook was, ze moest hard lachen en straalde helemaal. “Wat fantastisch is dit, wat zou Alfred dit geweldig hebben gevonden!.”
De uitvaart was mooi, ingetogen en lief. Na de begrafenis bracht ik haar weer naar huis maar deze keer in alle rust…
Willem Bennink
Yarden uitvaartzorg