Het aantal wilde bijen in Nederland neemt af. Mogelijk te danken aan de afname van de biodiversiteit, het gebruik van pesticiden en de bijenziekten. Om de wilde bij te helpen overleven, zijn er mogelijkheden. We noemen er hier zeven.

1. Zet drachtplanten in je tuin

Vanaf het vroege voorjaar tot de late herfst hebben bijen drachtplanten nodig om in leven te blijven. Drachtplanten zijn planten waarvan bijen de nectar en/of het stuifmeel kunnen bereiken, te herkennen aan enkelbladige bloemen. De vele doorgekweekte soorten planten hebben te veel blaadjes waardoor de bij niet bij het stuifmeel kan komen.

2. Gebruik geen onnatuurlijke bestrijdingsmiddelen

Luizen, onkruid, schimmels en groen uitgeslagen tegels, overal zijn bestrijdingsmiddelen voor te krijgen. De ene nog sterker en giftiger dan de andere. Bij het behandelen van planten met deze middelen komen bijen hiermee in aanraking. Zorg in plaats daarvan voor natuurlijke vijanden van ongedierte, onkruid en schimmels. Die nemen de rol van de chemische bestrijdingsmiddelen over, zoals de natuur het bedoeld heeft.

3. Laat onkruid staan

Uit onkruid groeien vaak de mooiste bloemen. Eigenlijk bestaat onkruid niet, het is een plantje dat groeit op een plek waar wij het niet willen zien. Juist deze wilde planten en bloemen zijn uitstekend voedsel voor bijen. Paardenbloemen zijn in het vroege voorjaar vaak de enige bron van voedsel voor insecten.

Bovendien is er al zoveel aan zogenoemde drachtplanten verdwenen door de intensieve landbouw, waardoor stroken vol wilde planten rond akkerland, zoals de braam, koninginnenkruid, reuzenbalsemien en guldenroede niet meer gezien worden.

4. Vermijd strak gemaaid gras

Een strak gemaaid gazon staat schitterend, maar het is als een woestijn voor bijen. Laat je het gras groeien dan zal het gaan bloeien. Ook de zaden van wilde bloemen krijgen een kans om nectar en stuifmeel voor bijen te produceren.

5. Stimuleer een bijvriendelijke omgeving

Bijen hebben voedsel, water en een nestelplaats nodig om te overleven. Dat kun je bieden in je eigen tuin, of samen met de buren. Bijen vliegen immers niet zover, dus als ze hun basisbehoefte op een paar meter van elkaar aantreffen, is dat grote winst. Het is helaas nog niet zo dat alle gemeenten bijvriendelijke bermstroken een kans geven door niet te maaien. Misschien kun je in je eigen gemeente of de wijk een aanzet geven. Zo kan ook ongebruikt land langs akkers worden ingezaaid met bijvriendelijk bloemenmix om bijen, hommels en vlinders van voedsel te voorzien.

6. Wees niet bang voor bijen

Veel mensen zijn bang voor bijen. Ze worden verward met de agressieve wesp, waar we in de zomermaanden last van hebben. Bijen zijn echter helemaal niet gevaarlijk. Ze zullen niet zomaar mensen aanvallen.

7. Word imker, voor een dag

Het zorgen voor een bijenvolk brengt je dichter bij de natuur. Je leert begrijpen wat bijen nodig hebben en hoe je een goede leefomgeving maakt voor honingbijen, solitaire bijen en insecten in het algemeen. Ga zelf als imker aan de slag en installeer een bijenkast in de tuin of op je dak. Je plaatselijke bijenvereniging zal je er graag meer over vertellen. Kijk eerst eens mee met een imker. Op Buitenplaats Gerner in Dalfsen wordt een bijenstal geplaatst en door een imker wordt er regelmatig de mogelijkheid geboden om mee te kijken.

Buitenplaatst Gerner
Haersolteweg 13-17, Dalfsen
Tel. 0529 – 439 191
www.gerner.nl